Treindetectie
- 22 aug
- 1 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 8 okt

Treindetectie vervult een functie, die de basis vormt voor alle overige systemen.
Treindetectie is de sensor voor de beveiliging
Treindetectie systemen zijn op te vatten als de sensoren van de beveiliging. Functioneel zijn ze te onderscheiden in spoorvrijmelding, primair t.b.v. treinseparatie en autorisatie en secundair t.b.v. rijwegintegriteit, passeerdetectie t.b.v. aankondigingssystemen en treinaanwezigheidsdetectie t.b.v. het activeren van gevaardetectiesystemen. Afhankelijk van het gekozen detectiemiddel kunnen subfuncties geïntegreerd zijn in één en hetzelfde detectiesysteem.
Treinafwezigheid
Wat voor beveiliging principieel aan informatie over treindetectie nodig is wordt in verschillende talen beschreven met resp. Spoorvrijmelding, Gleisfreimeldung, Train Vacancy Detection. Controle of het te berijden spoor vrij is gebeurt met als doel om botsen en ontsporen te voorkomen.
Ter voorkoming van botsen:
Bij toepassing van blokken op de vrije baan: heeft treinseparatie tot gevolg
Bij toepassing van zowel wissels (of grotere delen van wisselstraten) als sporen op / bij een emplacement.
Ter voorkoming van ontsporen:
Bij wissels: bij niet bezet zijn van het wissel is het seintechnisch toegestaan de stand te veranderen.
Passeerdetectie
Op een specifieke locatie heeft de passeermelding een aankondigingsfunctie van bijv. overwegen, waarschuwingsinstallaties, ed.
Treinaanwezigheidsdetectie
Hiermee kan o.a. de rijweginstelling vóór de trein uit bewaakt worden, het zorgt dan bij nadering van de trein voor de vastlegging van wissels (in de ‘headway’ van de trein).
Functievervullers
Twee belangrijke hoofdgroepen functievervullers voor treindetectie zijn:
Trein-, of beter wieldetectie kan ook gedaan worden met afzonderlijke zgn. pedalen of railcontacten, bijvoorbeeld om de passage van een trein te detecteren. Ze spelen in de Nederlandse treinbeveiliging een ondergeschikte rol, we laten ze hier achterwege.





Opmerkingen