Wat wordt beoogd met Open?
- 4 dagen geleden
- 9 minuten om te lezen
Definitie
Onder Open wordt bij marktwerking van treinbeveiliging verstaan het met toegankelijke informatie in concurrentie kunnen uitzetten van werkzaamheden bij meer marktpartijen, hetgeen kostenbesparend werkt, ongeacht de fase in de life cycle van het werk (ontwikkeling, ontwerp, installatie, wijziging, onderhoud).
Inleiding

Open source (betekenis zie hieronder) beschrijft de praktijk die in productie en ontwikkeling vrije toegang geeft tot de bronmaterialen (de source, meestal wordt software bedoeld) van het eindproduct. Die “open” principes kunnen ook toegepast worden op andere gebieden dan software en daarbij in één of meerdere fasen van de lifecycle van systemen. Zo kan in het beveiligingsdomein zowel bij leveranciersystemen als bedrijfsprocessen van “open” en “gesloten” worden gesproken. Aspecten die aan de orde zijn:
Industrieel eigendom, zowel “hardware” als ‘’software”;
Systeemaanpassingen, functionaliteit;
Realisatie, bouw (infraproject) als processen met marktpartijen;
Beheer en onderhoud;
Diverse andere processen, bijvoorbeeld waar tooling voor nodig is.
Historie
Marktwerking in de vorm zoals we dat vandaag kennen bestond een eeuw geleden nog niet, onder Geschiedenis is over vroeger tijden veel meer informatie te vinden. Er is dus wel wat veranderd. De oude Staatsspoorwegen kenden hun eigen “standaard” beveiligingssysteem, ze hadden enkele “huis”-leveranciers (o.a. Siemens & Halske, Nederlandse Machinefabriek Alkmaar). De regie over de engineering en het onderhoud, inclusief de systeemdocumentatie van de (elektro-) mechanische beveiliging, kwam in 1938 in handen van de Nederlandse Spoorwegen. NS was ook de regisseur van de snelle wederopbouw kort na de Tweede Wereldoorlog, waarbij als onderdeel van de Marshall-hulp Amerikaanse technologie (van GRS, General Railway Signal) werd geïntroduceerd. Ondanks de scheiding van infrastructuur en exploitatie in 1995 bleef er sprake van een typisch nationaal systeem voor beveiliging van het spoorverkeer, waarbij relaisbeveiliging domineerde. Om marktwerking te bevorderen ontstonden nieuwe marktpartijen in de vorm van ingenieursbureaus en aannemers.
Tot aan vandaag is er sprake van een sterke wisselwerking tussen de techniek en omgeving, waarbij veel processen herkenbaar zijn gebleven. Binnen die besloten omgeving kan dat aangeduid worden met “open”, binnen een kring met een beperkt aantal partijen is er sprake van marktwerking.
Elektronische systemen werken niet met andere samen als de werkomgeving en interfaces daar niet bewust voor geschikt gemaakt worden. Als dat de marktwerking belemmert duiden we deze systemen aan met “gesloten”. In een enkel geval heeft zo'n leverancier de omgeving toch in staat gesteld kennis te verwerven voor werkzaamheden aan zijn systeem. Voor de marktwerking spreken we dan over een “open” systeem. Ook bij gesloten systemen kan gekozen worden voor een meer “open” benadering door activiteiten als ontwerp, projectering e.d. altijd bij meer dan één partij te kunnen realiseren.
Er is een beperkt aantal beveiligingssystemen op basis van standaard technologie ontwikkeld waarbij marktpartijen vrij toegang hebben tot bronmaterialen. Dit zijn systemen bekend onder de naam Eurolocking en PLC-interlocking. In relatie tot het open-aspect staat hieronder informatie over het ontstaan. Marktpartijen kunnen activiteiten als functionele aanpassingen, interfaces, projectering, realisatie en onderhoud in concurrentie uitvoeren waarbij de kosten beperkt worden.
Elektronische systemen werden destijds geïntroduceerd met de volgende doelen voor ogen:
Verwacht werd dat relaistechniek steeds duurder zou worden omdat relaistechniek ook elders steeds minder gebruikt zou worden en de arbeidskosten (elke relaisinstallatie moet specifiek worden ontworpen en bedraad) een steeds grotere rol zouden gaan spelen;
Verwacht werd dat met elektronische systemen veel flexibeler en economischer zou kunnen worden omgegaan met gefaseerd aanpassen van de infrastructuur.
De destijds gekozen systemen VPI (Vital Processor Interlocking van Alstom, toen nog GRS) en EBS (Elektronische Beveiliging Siemens) baseren zich op verschillende uitgangspunten:
VPI kent geen land specifieke software, de functionaliteit wordt per element (wissel, sein, etc.) op dezelfde wijze ontworpen als bij een B-relais installatie: alle veiligheidsvoorwaarden waaraan moet zijn voldaan om tot elementsturing te komen worden in de vorm van algebraïsche (booleaanse) vergelijkingen voor iedere installatie uniek geprogrammeerd. Zo'n functioneel ontwerp gebeurt ten laste van het project. Voordeel hiervan is dat engineeringpersoneel dat is geschoold in relaistechniek deze werkwijze snel zal herkennen en kan toepassen. Nadeel is dat het “open” karakter makkelijker kan leiden tot een te grote diversiteit in lokale oplossingen; NB. Wat gesteld wordt over VPI geldt ook voor iVPI;
EBS kent applicatiesoftware waarin eenmalig voor elk elementtype het gedrag is vastgelegd. EBS wordt locatie specifiek gemaakt door de verknoping en parameterisering van elementen in tabelvorm aan te bieden (projectering). Het voordeel van deze aanpak is dat locatie afhankelijke testen beperkt kunnen worden, het nadeel is de beperkte flexibiliteit: alleen wat in de applicatie is voorzien kan op locatie worden gebruikt. De kans op niet-geautoriseerde oplossingen is bij dit model kleiner, het dient daarmee de standaardisatie, dat vereist wel visie en planning vooraf.
De doelen die werden beoogd toen de betreffende systemen werden binnengehaald zijn slechts in beperkte mate gehaald. Redenen daarvoor zijn divers: het ontwikkelen van tooling is kostbaar en niet altijd rendabel. Daarentegen is op het gebied van de relaistechnologie kans gezien om een aanzienlijke kostenverlaging te realiseren.
Tot en met 2007 zijn voor een beperkt deel van de landelijke installaties om verschillende redenen andere typen elektronische systemen verworven. Marktwerking werd aanvankelijk beperkt tot genoemde vrijgegeven systemen van Alstom en Siemens. Een nieuwe marktpartij, Bombardier, deed later zijn intrede, ook Alstom en Siemens leverden een enkele installatie van nieuwe typen systemen. Die nieuwe systemen zijn, in tegenstelling tot wat soms bij introductie gedacht werd, niet breed uitgerold.
Kennis van vnl. de functionele toepassing van beveiligingstechnologie in de spooromgeving berust in Nederland bij ProRail en een beperkte groep deskundigen binnen Ingenieursbureaus (het “wat” en het “waarom”), diepgaande kennis van de werking van de “gesloten” techniek zelf (met name de Nederlands specifieke applicaties van het elektronische systeem) berust vooral bij de genoemde leveranciers. Er is sprake van buitenlandse leveranciers, voor wie Nederland een kleine afzetmarkt is, waarbij deze deskundigen allen bij de buitenlandse moederbedrijven werken en niet in de Nederlandse vestigingen. Ingenieursbureaus hebben naast reeds aanwezige kennis van de relaistechnologie toepassingskennis van elektronische systemen verworven (d.w.z. voornamelijk het “hoe”). In een geval (VPI) heeft een industriële eigenaar (Alstom) de omgeving in staat gesteld kennis te verwerven voor werkzaamheden over de systeemgrens heen, waarbij de technologie bovendien relatief eenvoudig is. Door deze combinatie kan de toepassing en het realiseren door meer partijen plaatsvinden. We spreken dan weer over “open”.
Elektronische systemen
De gedwongen winkelnering met leveranciers van elektronische systemen (de “Vendor-lock-in”) leidt in zijn algemeenheid niet tot scherpe, concurrerende prijzen maar doorgaans tot monopolistisch gedrag. Ook bij gesloten systemen kan gekozen worden voor een meer “open” benadering door bepaalde activiteiten altijd bij meer dan een partij te kunnen realiseren. Hieraan moeten de leveranciers dan wel willen meewerken. De marktprocessen (ontwerpen, wijzigen, projecteren, tooling, testhulpmiddelen, opleiding/kennis, etc.) moeten dan in concurrentie naast de leverancier door meerdere partijen uitgevoerd kunnen worden. Speciale aandacht is hierbij nodig voor beheer en wijzigen van infradata; de kaders hiervoor moeten in voorschriften beschreven worden.
Contractaannemers worden ingeschakeld voor onderhoud aan B-relais, VPI of EBS; bij de andere systemen is het onderhoud verschillend ingericht. Het onderhoud aan gesloten systemen wordt vooral onder regie van de desbetreffende leveranciers uitgevoerd. Er is daardoor een nauwelijks marktwerking op het gebied van onderhoud. Minimaal het eerste- en zo mogelijk ook het tweedelijns onderhoud dient, vanwege beschikbaarheidseisen, van de leverancier naar een concurrerende omgeving te worden gebracht; doorgaans contractpartners voor onderhoud.
Afwegingen
Het kan om deze reden voordelen hebben voor een lange(re) looptijd (met bijvoorbeeld raamcontracten) te sturen op marktwerking voor werkzaamheden die worden uitgevoerd door verscheidene marktpartijen aan bijvoorbeeld vrij wijzigbare en/of onderhoudbare systeemtypen, van landelijk minimaal twee opdrachtnemers. Bij de start van nieuwe projecten wordt daarbij geanticipeerd op de beheerfase.
Daar waar keuzes om commerciële redenen wordt ingeperkt, wordt gesproken van “gesloten”. In dat geval moet de vraag kunnen worden beantwoord wat de voordelen zijn van het werken met deze (doorgaans grotere) “gesloten” leveranciers en hun systemen. Het is ook voorgekomen dat leveranciers de open-strategie als bedreigend gingen ervaren en andere commerciële partijen uitsloten die meewerkten aan een “open” werkwijze.
Bovenstaande kan gelden voor informatie over werkzaamheden aan technische systemen (bijvoorbeeld tooling). Maar ook voor informatie van de systemen zelf (bijvoorbeeld specificaties). Dat wil zeggen, toegankelijke informatie van een leverancier over de initiële configuratie, voor wijzigingen en voor het onderhoud, als dat werk ook door een derde uitgevoerd kan worden, waarbij deze derde voorzien wordt van voldoende opleiding, hulpmiddelen en documentatie. Per fase van het werk of per subsysteem dient wel bepaald te worden hoe ver dit “open” gaat, gezien de benodigde opleidingskosten en de gewenste integrale veiligheidsverantwoordelijkheid en aansprakelijkheid.
Een ander model is dat een leverancier van een gesloten systeem zich contractueel verplicht nader gedefinieerde brongegevens aan de opdrachtgever beschikbaar te stellen (naar voorbeeld van de DB). De marktoverweging hierbij is dat er een zekere balans/gelijkwaardigheid dient te zijn tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer. De hoeveelheid capaciteit die dit kost om noodzakelijke gelijkwaardigheid te bereiken kent verder geen toepassing binnen Nederland.
Meer algemeen, "Open leveranciersinformatie" is geen gedefinieerd begrip, maar verwijst naar:
Het (minimaal met twee partijen) informatie transparant toegankelijk maken over of van leveranciers, binnen een organisatie of tussen partners. Het kan gegevens omvatten over contracten, prijzen, prestaties, kwaliteit en leveringsbetrouwbaarheid;
Het werken met Open standaarden voor de uitwisseling van leveranciersgegevens tussen partijen, al dan niet via specifieke informatiesystemen.
Introductie PLC Interlocking
Uit bovenstaande is af te leiden dat een werkwijze waarbij erkende marktpartijen in de branche de brondocumenten van de toegepaste technologie vrij kunnen gebruiken voor de beheerder de beste mogelijkheden biedt om de lifecyclekosten te beperken. Technologie waarbij dat mogelijk is, is te vinden bij systemen en werkmethoden uit de procesindustrie. Het betreft de vrij verkrijgbare (COTS, Commercial Off The Shelf, onderstaand meer hierover) technologie van het type PLC (Programmable Logical Controllers). PLC-hardware en -software kent grootschalig internationaal toepassing in andere branches en daardoor is deze kennis van hardware, interfacing en programmeermethodes algemeen en onafhankelijk op de markt aanwezig (= open), waardoor de kapitaal- en operationele kosten laag kunnen blijven. De beveiligingsapplicatie kan door relais- en VPI ontwerpers van onze Ingenieursbureaus met bekende methoden worden geprogrammeerd. Dit draagt bij aan het in stand houden van een pool van deskundigen op dit gebied, iets wat voor de continuïteit in de bedrijfsvoering essentieel is.
De PLC-technologie is niet nieuw, er zijn diverse standaards van kracht. Technologische ontwikkelingen, kosteninzicht en ervaringen elders heeft ProRail in 2010 doen besluiten een “open” PLC-interlocking te laten ontwikkelen (er werd een Research and Development contract afgesloten met Movares; Movares vermarkt het systeem met de naam Eurolocking). Een bewezen veilig en betrouwbaar systeem vereist o.a. Safety Cases, dit beperkt de vrijheid van partijen. Vanwege de hieraan verbonden risico's werd in onze beveiligingsomgeving kleinschalig begonnen. Het uiteindelijke doel is dat marktpartijen (en dan met name de erkende ingenieursbureaus waar de kennis van de toepassing van beveiliging is geborgd) een aanpassing op het gebied van functionaliteit of interface, projectering en realisatie kunnen uitvoeren op basis van vrij toegankelijke documenten. Het onderhoud aan deze systemen dient op basis van Instandhoudings- en Onderhoudsdocumenten in concurrentie door onze erkende Onderhoudsaannemers te worden uitgevoerd.
Vergelijking tussen systemen
Zoals hiervoor aangegeven wordt de mate waarin leverancierssystemen als “open” of “gesloten” worden gecategoriseerd mede bepaald door de complexiteit van (de toepassing van) de technologie. De gevolgen zijn merkbaar over de hele life cycle van systemen. Op basis van de huidige ervaring is het beeld is dat ook toekomstige “open” systemen tot lagere lifecyclekosten kunnen leiden.
Kijken we naar de huidige toegepaste systemen, dan worden relaissystemen onder “open” geschaard vanwege de mogelijke betrokkenheid van verschillende marktpartijen in alle delen van de life cycle.
Van de elektronische interlockingsystemen valt het VPI-systeem ook in de categorie “open”, omdat over de gehele levenscyclus (realisatie, beheer en onderhoud, wijzigingen) verschillende marktpartijen ingeschakeld kunnen worden.
De overige binnen Nederland toegepaste systemen dragen vanaf de introductie bij een beperkt aantal grote infraprojecten het meest de kenmerken van “gesloten” systemen; de beheerder is gedurende de hierboven benoemde levenscyclus afhankelijk van de leveranciers.
ERTMS is weliswaar een Europese standaard, een met Open vergelijkbare kostenreductie bij toepassing kan moeilijker bereikt worden, omdat, anders dan bij B-relaisbeveiliging of elektronische systemen met daarvan afgeleide specificaties, sprake is leveranciers specifieke implementaties. Daarbij ontstaat per systeemtype een afhankelijkheid van (doorgaans grotere) ERTMS-leveranciers; de markt is alles behalve Open voor de hele lifecycle van beveiliging met veel complexere specificaties voor wal- en treinapparatuur. Desondanks is open engineering mogelijk, zoals hier blijkt.
Uit bovenstaande blijkt wel dat het verschil tussen “open” en “gesloten” systemen en processen divers is.
Bronnen en Links:
Reducing Life Cycle Costs of main line interlockings, Michiel Blaauboer, Wendi Mennen, Maarten van der Werff, Signal+Draht (105) 11/2019;
Aanverwante begrippen
COTS
COTS is een acroniem dat staat voor Commercial Off-The-Shelf.
COTS verwijst naar kant-en-klare, reeds bestaande hardware- of softwareproducten die op de open markt verkrijgbaar zijn en ontworpen zijn voor breder gebruik; in plaats van op maat gemaakt voor één specifieke klant. Ze zijn vaak kosteneffectiever dan maatwerkoplossingen omdat de ontwikkelingskosten over meerdere gebruikers kunnen worden gedeeld.
Verschil OPEN en COTS:
Open kan een basis zijn voor COTS (checken).
Het belangrijkste verschil is dat COTS een systeem (software/hardware) beschrijft dat beschikbaar is, terwijl "open leveranciersinformatie" betrekking heeft op de gegevens en transparantie rondom (leveranciers-)systemen.
Open Source
Open source (letterlijk: open bron) is een term die primair wordt gebruikt in de context van softwareontwikkeling en -licentiëring (broncode). De broncode van de software is vrij toegankelijk en inzichtelijk voor iedereen.
- Gebruikers hebben de vrijheid om de software te gebruiken, te bestuderen, aan te passen en te verspreiden, onder de voorwaarden van de specifieke open source licentie.
- Samenwerking: Open source projecten kunnen zijn ontwikkeld met een methode waarbij verschillende ontwikkelaars bij betrokken kunnen zijn;
- Doel is het bevorderen van samenwerking, innovatie, betrouwbare producten en kostenbeperking.
Verschil tussen open leveranciersinformatie en open source
Open leveranciersinformatie gaat over de gegevens rondom en tussen marktpartijen, terwijl open source meer gaat over de licentie en beschikbaarheid van software.
Je kunt dus zeggen dat, waar de niet formele term OPEN gebruikt wordt, dat afgeleid kan zijn van OPEN SOURCE, maar dat het niet specifiek om software gaat (maar eventueel wel om specificaties evt. in de vorm van software).







Opmerkingen